Spelregels piksjitten yn Earnewâld 2011

Bepalen van de volgorde om te beginnen

  • Eerste potje: Gooi terug vanaf de pik naar de meet. Degene die het dichtst bij de meet gooit, begint als eerste. Deze volgorde blijft hetzelfde voor dit potje.
  • Volgende potjes: De speler die in het vorige spel als eerste uit was, begint nu als eerste, enzovoort. De speler die de laatste worp deed, begint in het volgende spel dus weer als laatste.

Het spel buiten “Pik syn Stee”

  • Start vanaf de meet, tot maximaal 2 passen ernaast. Probeer de pik om te gooien. Je kunt ook het pikhout van een andere speler proberen te raken of een “tactische” worp elders naartoe richten.
  • Raak je een pikhout, dan mag je direct nog een keer gooien vanaf de plek waar jouw pikhout ligt.
  • Raak je de pik en deze valt om én er ligt ten minste één cent met de kop omhoog, dan mag je nog een keer gooien vanaf dezelfde positie. De cent(en) die met de kop naar boven lagen, zijn nu van jou. (Valt de pik wel om maar blijft deze niet plat, dan roepen de tegenstanders “pik stjit” en mag je niet nog een keer gooien en tellen de centen niet.)
  • Raak je niets, dan wacht je je beurt af.
  • Wordt jouw pikhout door iemand anders geraakt (met een pikhout, niet indirect via de pik), dan ben je uit, en de speler die jouw pikhout eraf gooit, krijgt jouw eventuele centen.

Het spel in “Pik syn Stee”

  • Je ligt in “Pik syn Stee” als jouw pikhout binnen een cirkel van 2 klomplengtes (tegenwoordig gemarkeerd met een stokje) van de oorspronkelijke positie van de pik eindigt. Er gelden hier enkele bijzondere regels voor wanneer je mag gooien:
  1. “Nei hûs!” – Wanneer je denkt genoeg centen te hebben gewonnen en nog aan de beurt bent binnen “Pik syn Stee”, mag je teruggaan naar de meet door “ik gjin nei hûs” te roepen, de pik om te schoppen, en je pikhout richting de meet te gooien. Centen die met de kop omhoog liggen, zijn dan ook van jou. Slechts één speler per spel mag “nei hûs” gaan. De laatst overgebleven speler mag echter één keer vanaf de pik naar de meet gooien. Raakt hij het pikhout van de speler die naar huis is gegaan, dan zijn de centen voor de laatste speler.
  2. “Der achter!” – Roep “der achter” voordat je vanuit “Pik syn Stee” op de pik gooit. Na de worp mag je jouw pikhout achter de pik leggen op een door jou gekozen positie, waardoor je minder makkelijk geraakt wordt. Liggen er centen op kop, mag je opnieuw gooien. Gooi altijd over het ijs en niet direct van bovenaf tegen de pik, anders kan deze op zijn kant blijven staan, en roepen tegenstanders “pik stjit”. Je mag dan niet verder spelen en niet “der achter” leggen.
  3. “Omschoppen en gooien” – Ligt jouw pikhout in “Pik syn Stee” terwijl er nog andere tegenstanders zijn, dan mag je de pik omschoppen zonder te kijken naar de liggende munten en vervolgens op je tegenstander gooien. Mis je en ligt er geen kop, dan is de volgende speler aan de beurt. Vaak gokken spelers op kop en gooien richting de tegenstander, zodat ze bij kop nog een betere kans hebben, want dan mogen ze opnieuw gooien.

Einde van het spel

Het spel eindigt wanneer:

  • Een speler de laatste cent van de pik wint. Deze speler mag nog één worp doen op een andere speler in het veld met centen (ook als er meerdere spelers met centen zijn, slechts één worp). Andere spelers behouden hun centen.
  • Er nog één speler overblijft; deze krijgt automatisch de resterende centen op de pik.

In beide gevallen mag de laatste speler een worp vanaf de pik naar de meet doen als het pikhout van een speler daar ligt die eerder naar huis is gegaan.

Bijzondere situaties

Als centen aan de omgevallen pik blijven kleven (bijvoorbeeld door vorst), moeten deze centen handmatig worden opgegooid.

Als een speler bij de eerste worp de pik omgooit en alle centen wint, mogen de spelers op de meet allemaal op hem gooien. De winnaar legt zijn blok op de pik, en als iemand anders zijn blok eraf gooit, neemt die zijn plaats in. De laatste speler die op de pik ligt, is de uiteindelijke winnaar.